Rotterdam wil Nationaal Bureau Discriminatie en Racisme

9 August 2021, 00:52 uur
Rotterdam & Regio
mainImage
Karremans en Wijbenga

Het stadsbestuur van Rotterdam heeft vastgesteld dat discriminatie en uitsluiting van moslims zo’n hardnekkig probleem is dat het - bij bestrijding hiervan - gebaat is bij landelijke coördinatie. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft inmiddels al een verkenning laten uitvoeren naar hoe dit eruit moet komen te zien.

De Rotterdamse wethouder Bert Wijbenga, die per 1 september naar Vlaardingen vertrekt om er burgemeester te worden, heeft als portefeuillehouder ‘Samenleven in G4-verband’ (Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam) aanvullend gepleit voor de komst van een Nationaal Bureau Discriminatie en Racisme.

Dat wil niet zeggen dat Rotterdam het probleem laat ‘’waaien.’’ Het komt volgende maand keihard op het bordje van Wijbenga’s opvolger Vincent Karremans, de in Wassenaar geboren goodlooking oud-student aan de Erasmus Universiteit die de VVD met een opvallende verkiezingscampagne in de wintermaanden van 2018 (met ontbloot bovenlijf te paard) van 2 naar 5 zetels bracht.

Karremans wordt wethouder en de aanpak van moslimdiscriminatie maakt onderdeel uit van de lopende inzet vanuit het actieprogramma Relax, Dit is Rotterdam, dat als een zelf gemaakte gouden ketting om de hals van Wijbenga hing, nu door Karremans der coalitieperiode moet worden uitgedragen en actueel extra aandacht krijgt binnen het intensiveringsplan Rotterdam tegen Racisme.

Monitor Moslimdiscriminatie

Uit de conclusies van de vierde Monitor Moslimdiscriminatie blijkt dat er veel werk aan de winkel blijft voor Karremans. Want zowel expliciete als impliciete uitingsvormen van vooroordelen, stereotypen en/of microagressie op de werkvloer zijn er aan de orde van de dag en hebben een negatief effect op de ervaringen van Nederlanders met een islamitische achtergrond op de arbeidsmarkt.

Onderzoeker Ewoud Butter in dit verband: ‘’De laatste jaren is er, ook dankzij Meld Islamofobie, meer aandacht voor micro-agressie, kleinevormen van uitsluiting. Het gaat bijvoorbeeld om vooroordelen en grapjes waarin de loyaliteit van moslims aan de Nederlandse samenleving in twijfel wordt getrokken. Er wordt steeds benadrukt dat moslims er eigenlijk niet bij horen. Dit kan een enorme impact hebben op mensen.’’

De gemeente heeft daarna opdracht gegeven aan IDEM om onderzoek te doen naar ervaren discriminatie onder moslima's op de arbeidsmarkt. Uit dit belevingsonderzoek blijkt dat de geïnterviewde groep vrouwen discriminatie op meerdere discriminatiegronden ervaart: combinatie van religie, racisme en seksisme.

IDEM

Het maatschappelijk debat, discours in de media en in de politiek speelt een rol bij negatieve beeldvorming en bejegening moslima’s. Tegelijk zijn de vrouwen bewuster zijn geworden van discriminatie ervaringen dan voorheen en herkennen/benoemen zij deze situaties sneller. Met name jonge, hoogopgeleide vrouwen kunnen goed aangeven waar en wanneer zij ongelijkheid ervaren Soms worden vooroordelen en stereotypen expliciet geuit, vaker impliciet in de vorm van microagressies.

IDEM voert daarnaast op dit moment een onderzoek uit naar discriminatie-ervaringen van zorgverleners (discriminatie vanwege bijvoorbeeld etniciteit, religie, gender of seksuele oriëntatie) en van de wijze waarop zorgverleners en zorginstellingen hiermee omgaan. In dit onderzoek ligt de focus op discriminatie van zorgverleners, waaronder ook moslimdiscriminatie, door zorgvragers, dus door ouderen en eventueel hun naasten.